Wat je van bomen kunt leren? Jasmijn kijkt op een rustplaats naast de Franse snelweg naar een paar statige bomen en ontdekt dat je voor het vinden van balans juist moet meebewegen, en niet stokstijf stil moet blijven staan.
Ik ben op weg naar Frankrijk om een retraite te geven. Na acht uur met mijn voeten op de pedalen is het hoog tijd om mijn benen even goed te strekken. Daar op die rustplaats trekken de dunne, hoge sparren aan één zijde van een meer mijn aandacht, en krijg ik een nieuwe kijk op de boomhouding.
Alleen wanneer ik stilsta valt het op dat de bomen dansen met de wind. Zodra ik weer beweeg, verdwijnt het effect. De sparren lijken die twee dingen – zijn en bewegen – goed te combineren. Ze zijn gegrond én levendig.
Het doet me denken aan de uitdaging van de boomhouding in een yogales: hoe kun je je balans behouden zonder te verstijven? Omdat ik vaak voor een groep yogastudenten sta, zie ik aan hun verstarde gezichten dat ze denken dat de boomhouding betekent dat ze stokstijf stil moeten staan. Maar de bomen leren ons anders.
Probeer het maar eens:
- Plaats je voeten iets uit elkaar. Breng wat meer gewicht op je linkervoet en plaats je rechterhiel aan de binnenkant van de linker enkel (optie 1) of je rechtervoetzool aan de binnenkant van je linker kuit (optie 2) of je voetzool zo hoog mogelijk aan de binnenkant van je dijbeen (optie 3). Let op: plaats je voet nooit aan de binnenkant van je knie. Vermijd druk van de zijkant, je knie is een kwetsbaar gewricht.
- Zorg ervoor dat je heupbotten naar voren wijzen, zodat je de beweging van je rechter dijbeen uit je rechter heupkom haalt en niet beweegt vanuit je heup. Let op: als je wel vanuit je heup draait, geeft dit ongewenste druk op de knie van je standbeen.
- Breng je schouders boven je heupen. Afhankelijk van je stand, is dat naar voren of juist naar achteren toe bewegen.
- Verleng je kern. Duw je staande voet stevig in de grond, terwijl je kruin omhoog reikt. Hiermee verleng je je nekwervels.
- Plaats je handen op je heupen (optie 1), strek je armen opzij op schouderhoogte en draai je handpalmen omhoog (optie 2), plaats je armen in cactushouding en draai hier handpalmen naar elkaar toe (optie 3) of strek armen op schouderbreedte uit langs je hoofd en draai je handpalmen naar elkaar (optie 4). Voor optie 2 tot en met 4: spreid je vingers en strek ze.
- Verzacht je gezicht. Ontspan je kaken. Houd je blik zacht en kijk recht vooruit of schuin naar de grond.
- Blijf hier enkele ademhalingen. Verruim je ribbenkast om ruimte te maken voor je longen, zodat deze zich dieper kunnen vullen. Wissel daarna van kant. De beweging van je linker dijbeen in je heupkom kan anders zijn dan die van de rechter. Dat maakt je zo uniek.
Als je moeite hebt met het vinden van je balans of als je het jezelf makkelijker wilt maken, plak dan een post-it op de muur op ooghoogte of iets lager. Niet hoger, want dan raak je juist uit balans. Ga op een handlengte afstand van de muur staan, dus met je pink tegen de muur en met je duim tegen je neus aan. Behoud deze afstand, blijf kijken naar de post-it ook wanneer je in jouw boomhouding komt.
Wil je nog meer uitdaging?
– Ga op een blok staan. Als je voet groter is dan de blok, plaats er twee voor elkaar. Doe dit alléén als je stabiel staat. Wees eerlijk naar jezelf.
– Plaats een blok op de kruin van je hoofd.
– Ga op een blok staan én plaats een blok op je hoofd.
Lukt dit allemaal zonder problemen? Sluit dan je ogen en probeer je balans te vinden.
Ik herinner me het fysieke contrast van uren voortbewegen op de snelweg en dan stilstaan om naar de boomtoppen te kijken. Haast te groot voor mij om te overbruggen, want ik wilde namelijk het liefst stevig doorstappen terwijl mijn vriendin het idee opperde om even stil te staan. Mijn les? Wanneer je merkt dat je je in een sneltrein vaart voortbeweegt, gun jezelf een stop en sta even stil.
Meer van deze auteur