Het valt me op dat studenten in mijn yogales de neiging hebben om zich letterlijk door hun hoofd te laten leiden in plaats van hun hart. Houdingen waarin dit vaak gebeurt, zijn vooroverbuigingen (het hoofd ploft neer als een zandzak), draaiingen (letterlijk je nek omdraaien) en krijgerhoudingen (hoofd naar achter getild of kin reikt vooruit). Ook zie ik dat elke mogelijkheid wordt aangegrepen om even te frummelen aan kleding en haar, of te pulken aan nagels… Ik herken die lichamelijke onrust in mezelf. Vaak gaat het gepaard met de wens dieper in een houding te komen, het streven naar perfectie, het aangrijpen van afleiding – of misschien wel het verlangen de beste te zijn: de zaken van het hoofd.
Je hart – letterlijk en figuurlijk – te laten leiden in een yogahouding vraagt om aandacht, nieuwsgierigheid en zelfs kwetsbaarheid. Yoga is een oefening om gewaarwordingen in je lichaam te volgen. Het vereist moed om je hoofd volgzaam te laten zijn. Toch is het de moeite waard: je ontwikkelt veerkracht als je andere lichaamsdelen de beweging in laat zetten. Hoe meer je hele zelf mee doet en wakker is, hoe gegronder, sterker en stabieler je beoefening wordt en hoe dieper je kunt ademen.
Ik ben even nieuwsgierig. Terwijl je dit nu leest, hoe is jouw lichaamshouding? Zit je rechtop? Leun je wat naar achter, of buig je meer naar voren? Waar is je hoofd ten op zichtte van je wervelkolom? Steekt je kin naar voren, naar je borst of juist omhoog? En je blik? Kijk je naar beneden, recht vooruit of schuin omhoog?
Oefening
Er is een simpele oefening waarbij je het leiden van je hoofd of juist van je hart kan ervaren in je lichaam.
Probeer manier één
Stap 1. Zit rechtop. Plaats je voeten op heupbreedte, stevig op de grond.
Stap 2. Ondersteun je zitvlak op de (stoel)zitting en reik je kruin omhoog. Maak lengte in je wervelkolom.
Stap 3. Adem diep in. Adem uit en draai je hoofd naar rechts. Laat je bovenlichaam en armen volgen, terwijl je je zitbotten stevig naar beneden drukt.
Stap 4. Adem nog twee keer diep in, lang uit en draai dieper.
Stap 5. Wissel van kant.
Probeer manier twee
Stap 1. Neem je houding aan.
Stap 2. Neem je diepste ademhaling van de dag tot nu toe. Maak lengte en adem uit terwijl je vanuit navel naar rechts draait, volgt je ribbenkast, je schouders, je nek en als láátste je hoofd.
Stap 3. Adem diep in. Adem uit en draai je hart (nog) meer naar rechts. Nog één diepe ademhaling.
Stap 4. Wissel van kant.
Bij welke manier voelde je de impact van de beweging het meeste? En bij welke manier leidde jij? Bij welke werd je (be)geleid?
Tot slot
Uiteraard beperkt de neiging je hoofd te laten leiden zich niet alleen tot het fysieke. Gisteravond vroeg een student om begeleiding bij het omhoog komen in hoofdstand, nadat hij wat ongeduldig op mij had zitten wachten. Hij wilde mijn instructies zorgvuldig opvolgen – wat heel verstandig is – welke nieuw voor hem waren. Na de les beschreef hij deze hoofdstand als tricky, ‘vooral psychologisch’ voegde hij er snel aan toe. “Ik merkte dat mijn hoofd wilde leiden. Ik wilde het op mijn manier doen, wat een uitdaging was om te doorbreken”. Hij moest in dit moment meer figuurlijk zijn hart volgen (overgeven aan de instructies) dan zijn hoofd (op zijn manier omhoog komen).