Pasen betekent meer dan alleen volop eten inslaan of naar de meubelboulevard trekken. Jasmijn Koelink nodigt je uit om deze dagen te ontdekken hoe je innerlijk op je ‘Paasbest’ kunt zijn.
In prechristelijke tijden vierden mensen rond deze tijd van het jaar al dat het licht en leven terugkeerden. De ‘heidense’ tradities die hierbij horen, kregen de christenen er niet helemaal eruit. Het huidige Pasen bevat om die reden paashazen – in een mythisch verhaal konden hazen één dag in het jaar eieren leggen, een symbool van wedergeboorte en vruchtbaarheid – en palmpasenstokken – het kraaiende haantje bovenop staat voor nieuw ochtendlicht. Het woord Pasen is afkomstig van het Latijnse woord ‘pascua’ dat ‘weilanden’ betekent. Kortom, alles refereert naar de opkomst van de lente.
Biechten en vasten
De christenen grepen dit reeds bestaande feest aan om te vieren dat Jezus uit zijn dood opstond na zijn kruisiging. Wat niet iedereen weet is dat dit moment ook verwijst naar de veertig dagen tot Hemelvaart, dagen waarin zijn leerlingen beweerden nog steeds zijn aanwezigheid te voelen. En in deze periode kan een gelovige een jaarlijkse ‘paasplicht’ vervullen. Denk, naast de gebruikelijke tien geboden, aan biechten en vasten, waaronder geen vlees eten.
Leven en lentekriebels
Zowel in prechristelijke als christelijke tijden vierden mensen dus de terugkeer van leven – in al haar vormen. Je hoeft ook maar om je heen te kijken om je verbonden te voelen met de natuur en vreugde te voelen door alle lentebloesems, de eerste warme dagen of de nesteldrang van vogels. De lentekriebels wakkeren vaak ook aan tot een grote lenteschoonmaak of op ons paasbest willen voorkomen. Dat laatste betekent voor mij een voornemen om creatiever te zijn met wat ik heb in plaats van nieuwe spullen te kopen. Of dat ik mijn zitplaats in de bus afsta aan iemand anders. Of een donatie doe aan een organisatie die in mijn ogen nieuw of beter leven ondersteunt.
Vandaag kan alleen al een klein gebaar je op je oorspronkelijke paasbest doen voelen. Doe je met me mee?
